De detailhandel heeft in april 1,5 procent minder omgezet dan in april 2019, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het verkoopvolume lag 3,5 procent lager. De foodsector realiseerde een hogere omzet, terwijl de omzet van de non-foodsector aanzienlijk kromp. Daarnaast is online ruim 62 procent meer omgezet.
Ook in april hebben de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus een uiteenlopend effect gehad op vooral de non-foodsector. Zo trokken de winkels in doe-het-zelfartikelen de lijn van maart door en noteerden de grootste omzetstijging sinds 2005. De kleding- en schoenenwinkels echter boekten een nog groter omzetverlies dan een maand eerder.
Non-food
De omzet van de winkels in de non-foodsector kromp in april met 15,8 procent. Het volume (de voor prijsveranderingen gecorrigeerde omzet) was 16,3 procent lager dan een jaar eerder. Binnen de non-foodsector zijn de contrasten groot. De kledingwinkels en de winkels in schoenen en lederwaren leden het grootste omzetverlies sinds 2005. Ook de winkels in meubels en woninginrichting, de winkels in recreatieartikelen en de drogisterijen hebben minder omgezet dan een jaar eerder. Daarentegen behaalden de winkels in doe-het-zelfartikelen, keukens en vloeren en de winkels in consumentenelektronica en witgoed opnieuw een aanzienlijke omzetgroei.
Online
De online omzet was in april 62,4 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. Sinds de publicatie van de internetverkopen in januari 2014 is de groei niet zo sterk geweest. Dat geldt zowel voor de webwinkels als de multi-channelers. Webwinkels (als hoofdactiviteit verkoop via internet) hebben 52,4 procent meer omgezet. De online omzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (multi-channelers) groeide met 75,7 procent.