De overheid gaf tot en met september 2020 27 miljard euro meer uit dan zij ontving. Dit kwam voornamelijk door de maatregelen van het kabinet om de economie tijdens de coronacrisis te ondersteunen. Deze maatregelen kostten tot zover ongeveer 20 miljard euro. De overheidsschuld bedroeg eind september 441 miljard euro. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers over de inkomsten, uitgaven en schulden van de overheid.
Over het derde kwartaal van 2020 had de overheid een tekort van 12 miljard euro. In het tweede kwartaal van 2020 was dit nog 24 miljard euro. Doordat de overheid over het eerste kwartaal 9 miljard euro overhield, bedraagt het tekort na drie kwartalen 27 miljard euro. De overheid had vorig jaar (in 2019) na drie kwartalen nog een overschot van 11 miljard euro.
Lasten corona gehalveerd
De overheid gaf in het derde kwartaal van 2020 maar liefst 10 miljard euro meer uit dan een jaar eerder. Ruim 6 miljard euro hiervan is direct toe te schrijven aan corona gerelateerde lasten. Het tweede kwartaal waren de overheidsuitgaven zelfs 18 miljard euro hoger dan een jaar eerder. Ongeveer 13 miljard euro was toen het gevolg van de coronamaatregelen van het kabinet. Het afgelopen kwartaal zijn de extra coronalasten dus ongeveer gehalveerd. In totaal heeft de overheid de eerste drie kwartalen ongeveer 20 miljard euro aan extra kosten door de coronamaatregelen gemaakt. Het grootste deel daarvan waren de loonsubsidies van de overheid (NOW-regeling) waarmee tot nu toe 14 miljard euro gemoeid is. De inkomenssteun om zelfstandig ondernemers door de coronacrisis te helpen (TOZO) heeft tot nu toe ruim 2 miljard euro gekost.
Stijging AOW
Naast de 6 miljard euro coronalasten had de overheid in het derde kwartaal 4 miljard euro meer aan reguliere uitgaven dan een jaar eerder. Ruim 3 miljard euro werd meer uitgegeven aan uitkeringen in geld en in natura. De uitkeringen in geld laten vooral een stijging zien bij de AOW, en in mindere mate bij de werkloosheidsuitkeringen. De uitkeringen in natura namen toe door de zorguitgaven. De reguliere zorg werd in het derde kwartaal hervat waardoor de subsidies aan de zorg in het tweede kwartaal plaats maakten voor directe vergoedingen aan zorgverleners voor zorgprestaties. Hierdoor stegen in het derde kwartaal de zorguitkeringen weer ten opzichte van een jaar eerder, in tegenstelling tot het tweede kwartaal toen zij daalden.
Na drie kwart jaar heeft de overheid 31 miljard euro meer uitgegeven dan vorig jaar. Dit is een stijging van meer dan 10 procent.
Belastinginkomsten gedaald
De overheidsinkomsten over het derde kwartaal daalden met ruim 1 miljard euro ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019. De belasting- en premie-inkomsten namen minder af dan een kwartaal eerder: ongeveer 1 miljard euro tegen 5 miljard euro in het tweede kwartaal van 2020. In dat kwartaal kwam de daling vooral door lagere opbrengsten uit de vennootschapsbelasting. Ook in het derde kwartaal namen deze opbrengsten af, nu met minder dan 1 miljard euro. Verder kwam er ook minder geld binnen uit dividendbelasting doordat er minder aan dividend werd uitgekeerd. De opbrengsten uit andere belastingen herstelden zich ten opzichte van het tweede kwartaal. De btw-inkomsten namen bijvoorbeeld weer licht toe.
Vennootschapsbelasting
De overheidsinkomsten zijn dit jaar tot nu toe met 7 miljard euro afgenomen. Zij liggen daarmee 3 procent lager dan over de eerste drie kwartalen van vorig jaar. Ongeveer 2 miljard euro hiervan is het gevolg van lagere opbrengsten uit deelnemingen zoals dividenden. De belastingen- en premieopbrengsten zijn met 5 miljard euro gedaald. De inkomsten uit vennootschapsbelasting daalden met 5 miljard euro het meest. Ook de btw, accijnzen, belasting personenauto’s en motorrijtuigen, dividendbelasting, energiebelasting, kansspelbelasting en toeristenbelasting laten allemaal een daling in de opbrengsten zien in de eerste drie kwartalen van 2020. De opbrengsten uit de loon- en inkomstenheffing blijven vooralsnog redelijk op niveau.
Schuldquote stabiel
De overheidsschuld kwam eind september uit op 441 miljard euro, bijna 47 miljard meer dan eind vorig jaar. De schuld bedroeg 55,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is 6,5 procentpunt hoger dan eind 2019.
Het derde kwartaal van 2020 is de schuld niet verder gestegen, ondanks het tekort over dit kwartaal. De overheid hoefde het tekort niet via uitgifte van schuld te financieren omdat de overheid in het derde kwartaal veel geld ontving door uitgestelde belastingopbrengsten over de eerste twee kwartalen. Ook de afwikkeling van rentederivaten bracht geld op. Ten slotte heeft de overheid uitgaven kunnen financieren uit overtollig geld op bankrekeningen en deposito’s. In het eerste halfjaar van 2020 heeft de Staat veel meer geld opgehaald dan nodig was. De overheid heeft daardoor eind september nog altijd 45 miljard euro op bankrekeningen en deposito’s staan. Eind 2019 was dit 16 miljard euro.
Graadmeters
Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën in een land. Nederland voldoet vanaf 2013 aan de Europese tekortnorm van 3 procent van het bbp en vanaf 2017 aan de Europese schuldnorm van 60 procent. Volgens de Najaarsnota 2021 is de verwachting dat het overheidstekort in 2020 uitkomt op bijna 49 miljard euro, oftewel 6,2 procent van het geraamde bbp. De schuld zal naar verwachting een stand bereiken van bijna 449 miljard euro, oftewel 57,4 procent van het geraamde bbp.